Terug

ETF's en ETC's
bij BUX

Beleggen voor de lange termijn?
Bij BUX vind je heel veel verschillende ETF's en ETC's.

ETF’s zijn mandjes met beleggingsproducten waarmee je voor heel weinig geld kleine bedragen kunt uitsmeren over honderden, zo niet duizenden onderliggende effecten. Dit is een snelle, gemakkelijke en handige manier om een gespreid portfolio op te bouwen. ETC’s leveren je daarentegen blootstelling op aan commodities zoals goud, zilver en platina: een extra beleggingscategorie om je portfolio nog verder te spreiden.

ETF staat voor exchange traded fund. Vertaald: een fonds dat op de beurs wordt verhandeld. In het Nederlands zeggen we ook wel indexfonds. Zo’n fonds kan in het leven worden geroepen om geld in te zamelen van investeerders. Met dit geld worden verschillende beleggingsproducten (assets) gekocht in de hoop dat ze met de tijd meer waard worden. Omdat zo’n fonds groot inkoopt, kunnen de transactiekosten laag worden houden. En dat maakt het interessant, omdat de transactiekosten voor jou dan ook laag kunnen blijven.

Een belangrijk kenmerk van een ETF is dus dat je deze op een beurs kunt verhandelen. Ongeveer net als aandelen kunnen ETF’s gekocht en verkocht worden door een order te plaatsen bij een broker, zoals BUX bijvoorbeeld.

Dit onderscheidt ETF’s ook meteen van andere fondsen, zoals beleggingsfondsen. ETF’s zijn vaak wat flexibeler dan traditionele beleggingsfondsen. Je kunt ze sneller aankopen of sneller verkopen en ook is dat proces vaak wat gemakkelijker.

ETF’s kunnen in elk soort ‘asset’ beleggen: aandelen, obligaties, grondstoffen, valuta’s … noem maar op. Ondanks dat je niet rechtstreeks eigenaar wordt van de onderliggende assets word je, wanneer je in een ETF belegt, wel gewoon eigenaar van het stukje dat jij gekocht hebt van die ETF. Heb jij een ETF die belegt in o.a. Shell? Als Shell dividend uitkeert, zal jij daarvan naar rato dus ook een stukje terugzien.

Meestal belegt een ETF in een mandje met producten van dezelfde soort. Het kiest er dan bijvoorbeeld voor om de FTSE 100-index volledig te kopiëren. Als jij dan één zo’n ETF-aandeel koopt, beleg je eigenlijk al in 100 aandelen! Dit kan zo goedkoop, omdat het investeringsfonds achter de ETF alleen de FTSE100 volgt en dus niet actief hoeft op te letten wat er gebeurt met de aandelen. Dit scheelt hun tijd en geld en jou dus ook.

Hoe werkt een ETF?

Een ETF is dus een soort mand met assets (aandelen, obligaties, valuta, grondstoffen) die door beleggers op een beurs kan worden gekocht en verkocht.

De waarde van de ETF (de zogenaamde intrinsieke waarde of NAV, Net Asset Value) is gelijk aan de totale waarde van de assets die het bezit en verandert constant mee met de prijs van die totale waarde van die assets. Gek genoeg wordt een ETF ook op de beurs verhandeld en kan het voorkomen dat als een ETF-aandeel erg gewild is, dat de prijs ervan omhoog gaat zonder dat de onderliggende assets daadwerkelijk stijgen.

Stel dat een ETF de S&P 500 volgt en die ETF is erg gewild bij beleggers. Hoe voorkomen we dan dat de intrinsieke waarde enorm gaat afwijken van de totale waarde van de onderliggende assets? Daar hebben ze een geweldige oplossing voor: een continu mechanisme van creatie en aflossing van ETF-aandelen dat geregeld wordt door twee spelers: de ‘uitgever’ van het fonds, ook wel sponsor of fondsbeheerder genoemd, en een groep grote institutionele beleggers die “geautoriseerde deelnemers” worden genoemd. Dat zijn vaak market makers, maar die term mag je voor nu even vergeten.

Het werkt zo:

Elke dag publiceert de uitgever de lijst met assets die het fonds in bezit moet hebben om de relatieve gewichten die ze nodig hebben om bijvoorbeeld te S&P 500 te blijven kopiëren. Dit wordt de “creation basket” genoemd.

Zodra men deze info heeft, verzamelen de geautoriseerde deelnemers de aandelen die worden vermeld in de creation basket voor de vereiste hoeveelheden, hetzij door ze te kopen, hetzij door ze uit de inventaris te halen van degenen die ze hebben.

Vervolgens leveren ze dit mandje met aandelen aan de uitgevende instelling in ruil voor nieuw gecreëerde aandelen van de ETF, die zij dan weer op de beurs mogen verkopen aan beleggers.

Dit proces werkt ook andersom: geautoriseerde deelnemers kunnen ook ETF’s verkopen aan de uitgever in ruil voor een overeenkomstige hoeveelheid onderliggende effecten. Dit heet een “redemption basket“.

Daarom worden ETF-aandelen, in tegenstelling tot aandelen, niet uitgegeven via een IPO, de initial public offering. In plaats daarvan worden ze via het bovenstaande mechanisme dagelijks gecreëerd en ingewisseld. Maar, horen we je denken, waarom nemen geautoriseerde deelnemers deel aan dit proces? Wat verdienen die instellingen er eigenlijk aan?

Zoals we in het begin al zeiden, kan de prijs van het ETF-aandeel en die van de onderliggende mand assets verschillen omdat ze worden aangedreven door verschillende krachten. Wanneer de ETF-prijs te veel stijgt vergeleken met de onderliggende portefeuille, kunnen geautoriseerde deelnemers winst maken door de onderliggende assets in te wisselen voor nieuwe ETF’s bij de uitgevende instelling en deze ETF’s doorverkopen op de markt. Dat verhoogt de prijs van de onderliggende portefeuille terwijl de prijs van de ETF zelf zakt, waardoor ze elkaar weer ontmoeten op exact het gewenste prijspunt. Perfect, toch?

Dit mechanisme heet arbitrage en werkt ook de andere kant op: wanneer de ETF is ondergewaardeerd ten opzichte van de onderliggende portefeuille, kunnen geautoriseerde deelnemers geld verdienen door de ETF te kopen, deze af te lossen in ruil voor de onderliggende aandelen en deze te verkopen op de markt.

Dit is dus het mechanisme dat ervoor zorgt dat de intrinsieke waarde/NAV niet te veel afwijkt van de totale waarde van de onderliggende assets.

ETF soorten

Er zijn veel soorten ETF’s, ze verschillen qua beleggingsstrategie, soort product, geografische focus en nog veel meer. Hier kijken we naar de belangrijkste. Een eerste onderscheid kan worden gemaakt tussen actieve en passieve fondsen.

Actieve ETF’s worden actief beheerd door fondsbeheerders, die de assets uitkiezen waarvan zij denken dat die het beste presteren met als doel een bepaalde index te verslaan. Deze fondsen hebben vaak hogere kosten in vergelijking met passieve ETF’s en uit onderzoek blijkt dat slechts een minderheid daarvan daadwerkelijk slaagt erin om de markt consequent te verslaan. Ze zijn daarom veel minder populair dan passieve ETF’s en vormen maar een klein deel van de totale ETF-markt.

Passieve ETF’s zijn fondsen die passief een index kopiëren (van elk type belegging). Daarom worden ze ook wel indextrackers genoemd. Omdat er bij dit soort trackers bijna geen mankracht aan te pas komt (het volgen van een index vereist niet veel denk- en researchwerk) kennen deze ETF’s lagere vergoedingen dan actieve fondsen. Dat maakt ze een geweldig instrument om te diversifiëren. Omdat ze de overgrote meerderheid van de ETF’s vertegenwoordigen, zullen we ons vanaf nu op deze soort concentreren.

Passieve ETF’s kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën. Hier de meest voorkomende:

  • Equity ETF’s: fondsen die zijn ontworpen om een bepaalde aandelenindex te volgen, zoals de S&P 500, de DAX of zelfs onze bloedeigen AEX. Ze kunnen zich richten op een specifieke sector, bedrijfstak, beurswaarde, geografisch gebied of op andere kenmerken (dividenden, groei…). Daarom zul je naast ETF’s met een hele brede horizon, zoals de ETF’s die de MSCI World-index volgen, ook fondsen vinden die alleen beleggen in een bepaald soort aandelen, bijvoorbeeld aandelen uit de gezondheidszorg of alleen maar in aandelen uit Europa.
  • Obligatie ETF’s: fondsen die zijn ontwikkeld om te beleggen in alle soorten obligaties. Ze kunnen brede obligatie-indices zoals de Bloomberg Barclays US Aggregate Bond Index volgen of focussen op specifieke soorten assets zoals staatsobligaties en bedrijfsobligaties met een vaste rente. Deze ETF’s beleggen in assets met een specifieke looptijd – korte, middellange of lange termijn, obligaties met een specifieke ‘kredietrating’ of in een specifiek gebied.
  • Grondstoffen ETF’s: fondsen die de prijs van een grondstof volgen (zoals goud, olie of aardgas), of van een mand met grondstoffen. In het geval van edelmetalen kan het fonds de onderliggende assets fysiek vasthouden door ze in een kluis op te slaan, terwijl ze in alle andere gevallen de prijsvariaties moeten opvangen door futures af te sluiten.
  • Valuta-ETF’s: fondsen die zijn ontworpen om te beleggen in een specifieke valuta of manden van valuta’s.

Dit waren de meest voorkomende ETF’s die je op de markt kunt vinden. Ze zijn meer dan voldoende om goed gediversifieerde langetermijn portefeuilles op te bouwen voor beleggers met elk soort risicoprofiel. Er zijn echter ook enkele andere, meer complexe fondsen beschikbaar voor de Jordan Belforts onder ons.

  • Alternatieve-ETF’s: fondsen die zijn gemaakt om beleggers in staat te stellen bepaalde strategieën te laten volgen zoals long- en short aandelen of om jezelf in te dekken tegen inflatie.
  • Inverse ETF’s: fondsen waarmee je kunt profiteren van een daling van een bepaalde index of product.
  • Hefboom-ETF’s: fondsen waarmee je kunt beleggen in een mandje met assets met hefboomwerking.

Voors en tegens van ETF’s

Vergeleken met andere beleggingsinstrumenten zoals beleggingsfondsen of aandelen, kunnen ETF’s net dat beetje meer bieden. Die extraatjes liggen aan de basis van hun groeiende populariteit onder particuliere beleggers. Aan de andere kant bevatten ze ook enkele risico’s waarvan je je bewust moet zijn.

Pluspunten:

  • Bereikbaarheid: de minimale investering ligt lager dan 10 euro.
  • Diversificatie: ETF’s zijn er in tienduizenden maten, soorten en aantallen waardoor een zekere mate van diversificatie mogelijk is die anders erg duur zou zijn om te krijgen.
  • Kosteneffectiviteit: vooral passieve ETF’s rekenen zeer lage vergoedingen dankzij lage beheerskosten en zogeheten schaalvoordelen.
  • Eenvoud: je kunt ze net zo gemakkelijk verhandelen als aandelen tijdens de handelsuren met een app als BUX.
  • Transparantie: ETF’s zijn verplicht om hun posities dagelijks te publiceren, terwijl hun marktprijs voortdurend wordt bijgewerkt en beschikbaar wordt gemaakt voor het publiek.

Minpunten:

  • Volgfouten: hoewel ETF’s er meestal in slagen om hun onderliggende index vrij goed te volgen, kunnen technische problemen of verstoringen in de creation en het redemption mechanisme fouten veroorzaken.
  • Sluitingsrisico van het fonds: als het fonds sluit, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de beleggers in de trant van fiscale nadelen, omdat de sluiting hen zou kunnen dwingen tot het realiseren van winst. Plus, zullen beleggers een nieuwe manier moeten vinden om dat geld te investeren.
  • Tegenpartijrisico: afhankelijk van het replicatiemechanisme zijn er enkele fondsen die zo’n soort risico’s dragen. ETF’s kunnen de onderliggende index repliceren op verschillende manieren, waarvan de meest voorkomende volledige replicatie, bemonstering en synthetische replicatie zijn:
    • Volledige replicatie: de ETF repliceert de index 1:1.
    • Sampling: de ETF houdt slechts een selectie van de effecten in de index.
    • Synthetische replicatie: de ETF repliceert de index met behulp van een afgeleid fonds. Dit is nogal lastige materie, maar je kunt dit het best visualiseren als een product dat de index volgt en dát product volgt de ETF dan. Een fonds als dit heeft een bepaald niveau van tegenpartij risico’s omdat het de onderliggende effecten niet daadwerkelijk zelf bezit.
  •  Mogelijk risico op illiquiditeit: ETF’s die in illiquide instrumenten beleggen, zoals bedrijfsobligaties met hoog rendement of leningen met hefboomwerking, kunnen illiquide worden in tijden van markt stress, die moeilijk te verkopen blijken te zijn op het juiste moment en op de juiste plaats en voor de juiste prijs.

Je weet nu in de basis wat ETF’s zijn, je hebt geleerd hoe ze werken en hebt besloten dat dit de juiste manier voor jou is om op de lange termijn te beleggen. Nu vraag je je misschien af waar je moet beginnen. Er zijn zoveel soorten ETF’s dat een keuze maken een hele klus kan zijn. In dit stuk zullen we stap voor stap door het proces van het opbouwen van een ETF-portefeuille gaan, waarbij we je een handleiding geven over hoe je in elke fase de benodigde beslissingen kunt nemen. Het is duidelijk dat jijzelf deze beslissingen uiteindelijk moet nemen, maar de onderstaande informatie helpt je in ieder geval flink op weg.

Risico, beloning en diversificatie

Voordat we beginnen met het opbouwen van een portefeuille, moeten we ervoor zorgen dat je begrijpt hoe rendement is gekoppeld aan risico en hoe je dat risico kunt verminderen door middel van diversificatie.

Allereerst is het rendement bij elke belegging een risicofunctie: een hoger potentieel rendement impliceert meestal een grotere kans om je geld te verliezen. Dat komt omdat het rendement van een investering eigenlijk niets anders is dan een manier om de belegger te compenseren voor het riskeren van zijn kapitaal, dus die twee dingen moeten hand in hand gaan.

Beleggingsproducten van dezelfde assetklasse vertonen doorgaans een vergelijkbaar risico en bieden gemiddeld vergelijkbare voordelen, terwijl verschillende assetklassen doorgaans verschillende risico’s en voordelen opleveren. Beleggingen met een laag risico, zoals staatsobligaties, zullen normaal gesproken lagere (maar veiligere) opbrengsten opleveren dan risicovolle assets zoals aandelen, die gemiddeld een hoger rendement kunnen opleveren over dezelfde periode, maar ook eerder verliezen zullen veroorzaken. Zoals we later zullen zien, kan je zowel het risico als het verwachte rendement van je portefeuille bepalen door assets met een hoog risico en assets met een laag risico te combineren, een proces dat asset spreiding wordt genoemd.

Weet ook dat risico niet iets abstracts is. Risico kan op een aantal manieren worden geschat, waarbij de meest voorkomende standaarddeviatie is, die meet in hoeverre het werkelijke rendement van een product kan verschillen van het verwachte rendement over een bepaalde periode. Hoe hoger de standaarddeviatie, hoe groter de mogelijke fluctuaties. Neem bijvoorbeeld een aandeel met een gemiddeld jaarlijks rendement van 10% en een standaarddeviatie van 15%: het rendement zal meestal schommelen tussen 25% (10% + 15%) en -5% (10% -15%). Denk nu eens aan een obligatie die 3,5% per jaar oplevert met een standaarddeviatie van 3%. Het rendement zal meestal variëren tussen 0,5% en 6,5%. Zoals je ziet, is de laatste veel minder riskant dan de eerste, maar het verwachte rendement is veel lager. Lees hier meer over standaarddeviatie.

Dus, zoals we al zeiden, een beetje risico is onvermijdelijk als je een bepaald rendement wilt hebben. Maar je wilt natuurlijk geen onnodige risico’s nemen. Als je met de motor van Parijs naar Rome reist, kun je ervoor kiezen om wel of geen helm te dragen: het verwachte rendement is hetzelfde (je verwacht in dezelfde tijd in Rome aan te komen), maar de laatste optie is brengt een veel grotere kans met zich mee om helemaal niet aan te komen.

Bij het beleggen is de manier om de helm op te doen – onnodige risico’s vermijden – door je beleggingen te diversifiëren, d.w.z. door je kapitaal zo veel mogelijk te verdelen over een aantal verschillende niet-gerelateerde effecten.

In feite, hoe groter het aantal assets waarover je je kapitaal spreidt, hoe kleiner je kansen om alles in één keer te verliezen.

Ondanks dat het bovenstaande natuurlijk erg voor de hand ligt – wed nooit alles op een paard, zou je oma zeggen – is het de moeite waard om even te begrijpen waarom het zo is.

Elk beleggingsproduct wordt beïnvloed door twee soorten risico’s: een systematisch risico, dat betrekking heeft op alle producten van dezelfde klasse, en een specifiek risico, gekoppeld aan een specifiek product. Een voorbeeld van een systematisch risico is de Covid-19-pandemie: toen deze begin 2020 uitbrak, kelderde de hele aandelenmarkt. Specifieke risico’s zijn in plaats daarvan gekoppeld aan de enkele entiteit die het product heeft uitgegeven: aandelen van een olie- en gasbedrijf dat koolwaterstoffen onttrekt in de Golf van Mexico, zijn bijvoorbeeld onderhevig aan het risico dat orkanen de activiteiten van het bedrijf verstoren. Onderzoek toont aan dat specifieke risicofactoren verantwoordelijk zijn voor de meeste variatie in de prestaties van een aandeel.

Als je nu één aandeel koopt, is het rendement dat je op de lange termijn kunt verwachten het gemiddelde historisch rendement. In ruil voor dat rendement neem je zowel het specifieke als het systematische risico van het aandeel op je.

Als je in plaats daarvan een portefeuille zou kopen die bestaat uit alle aandelen in de wereld, zou je verwachte rendement op de lange termijn nog steeds vrij gelijk zijn aan het rendement van het enkele aandeel, maar loop je alleen het systematische risico, terwijl de specifieke risico’s van alle afzonderlijke aandelen in de portefeuille zouden de neiging hebben om uit te stijgen. Met andere woorden, je behaalt hetzelfde verwachte rendement met een lager risico.

Dát is hoe diversificatie werkt en ETF’s geven jou de mogelijkheid om dit mechanisme op een snelle en goedkope manier te exploiteren door kleine bedragen te investeren in tientallen, honderden of zelfs duizenden verschillende onderliggende effecten.

Bepaal je risicoprofiel

De eerste stap om een portefeuille op te bouwen, is het bepalen van je risicoprofiel, oftewel de hoeveelheid risico die je bereid bent te nemen. Om dat goed te doen, moet je met een financieel adviseur spreken of een van de gratis tools gebruiken die je op internet kunt vinden. Het proces bestaat uit het stellen van een aantal vragen, zoals: waarom investeer ik? Wanneer heb je het geïnvesteerde geld weer nodig? Wat is je financiële situatie?

Waarom investeer ik?

Je kunt om vele redenen investeren: om comfortabeler met pensioen te gaan, kinderen naar de universiteit te sturen, een hut in de bergen te kopen … hoe belangrijker de zekerheid van dat geld in te toekomst voor je is, hoe minder risico je bereid bent te nemen. Verstandige ouders zullen bijvoorbeeld minder risico nemen met het spaargeld dat wordt uitgetrokken om hun kinderen onderwijs te geven dan met het kopen van een boot als ze met pensioen gaan.

Wanneer heb je het geïnvesteerde geld weer nodig?

Voor de zogenaamde ‘beleggingshorizon’ geldt het volgende: hoe langer je zonder dat geld kunt leven, hoe groter het risico mag zijn dat je kunt nemen. Hoewel een aantal variabelen hierop van invloed kan zijn, hangt je beleggingshorizon altijd af van hoe oud je bent: hoe jonger je bent, hoe groter het risico dat je kunt nemen, omdat je waarschijnlijk meer tijd hebt om te herstellen van mogelijke verliezen.

Wat is je individuele financiële situatie?

Tenslotte, en heel duidelijk, zal je risicoprofiel verband houden met je financiële toestand: mensen met een hoger salaris, vermogen, etc. zijn gewoon beter in staat om verliezen te dragen.

De antwoorden op de bovenstaande vragen geven je inzicht in het maximale risiconiveau dat je bereid bent te nemen, zodat je een verdeling kunt kiezen die je verwachte rendement maximaliseert op basis van dat risiconiveau. Ben je bereid om een investering 40% van zijn waarde te zien verliezen in een slecht jaar? Dan kies je voor een bepaalde spreiding van assets. Voel je je niet op je gemak als je elk jaar meer dan 10% van je kapitaal riskeert? Dan ga je voor een heel andere.

Kies je asset allocatie

Dit is de belangrijkste keuze die je tijdens het proces maakt. De term asset allocatie betekent simpel gezegd: wat voor soort producten kies ik, hoeveel kies ik er en welke zijn specifiek het meest interessant? Gewoonlijk zal een gediversifieerde portefeuille voornamelijk aandelen en obligaties bevatten, waaraan men indien nodig grondstoffen en andere assets kan toevoegen. Hieronder zie je drie verschillende voorbeelden van asset allocatie:

Door de relatieve hoeveelheid aandelen, obligaties en andere assets in je portefeuille te variëren, kun je het risiconiveau en het verwachte rendement verhogen of verlagen. In feite worden het verwachte rendement en de standaarddeviatie van een portefeuille eenvoudigweg gegeven door het gewogen gemiddelde van het verwachte rendement en de standaarddeviatie van zijn assets. Maar dat hoef je niet per se te onthouden.

Over het algemeen brengen aandelen een hoog risico en een hoog rendement met zich mee, waardoor je de meeste groeimogelijkheden krijgt. Obligaties bieden in plaats daarvan een lager risico en rendement, waardoor jouw portefeuille tijdens recessies wordt afgedekt. Cash kan worden aangehouden om een zekere mate van liquiditeit te garanderen, maar het is natuurlijk onderhevig aan inflatie en levert geen rendement op, terwijl edelmetalen kunnen worden gebruikt als veilige assets– ze leveren op zich geen rendement op, maar hebben de neiging om hun waarde in de loop van de tijd te behouden en presteren goed tijdens onrust. Daarom, hoe meer eigen vermogen je aan je portefeuille toevoegt, hoe hoger het risico en potentieel rendement.

Beleggers met een hoge risicoprofiel en een lange beleggingshorizon zullen dus een groter deel van hun kapitaal aan aandelen toewijzen, terwijl beleggers met een lagere risicoprofiel of een kortere beleggingshorizon meer willen beleggen in obligaties en andere veiligere assets.

Oké, dat is mooi, maar hoe bepaal je hoeveel geld je aan elke assetklasse wilt toewijzen? Zoals gezegd hangt de asset allocatie af van je risicoprofiel, maar een veelgebruikte vuistregel om mee te beginnen is om in aandelen te beleggen met een percentage dat gelijk is aan 100 minus je leeftijd.

Daarom moet je 80% van je kapitaal in aandelen beleggen als je 20 bent, 70% als je 30 bent, 60% als je 40 bent, en ga zo maar door.

Het idee hier is dat hoe ouder je wordt, hoe minder risicovol je portefeuille zou moeten zijn. Om je aan deze regel te houden, moet je jouw portefeuille elk jaar opnieuw in evenwicht brengen, een proces waar we later nog even naar zullen kijken.

In de afgelopen jaren hebben veel professionals hun klanten een nieuwe versie van die vuistregel aanbevolen die een hoger percentage aandelen voorschrijft, namelijk 110 of zelfs 120 min de leeftijd van de belegger. De redenen daarvoor zijn voornamelijk de huidige lage rentestand die tot lage obligatierendementen heeft geleid en de verlenging van de gemiddelde looptijd, waardoor beleggers meer tijd hebben om te herstellen van mogelijke verliezen.

In ieder geval ligt de uiteindelijke beslissing bij jou. Je kunt deze regels als uitgangspunt nemen en vervolgens je asset allocatie aanpassen op basis van je risicoprofiel en beleggingshorizon.

Kies je producten

Nu wordt het spannend. Nadat je bepaald hebt hoeveel je wilt beleggen in welke soorten beleggingsproducten, wordt het tijd om de daadwerkelijke producten te kiezen waarin je wilt beleggen. Stel dat je 80% aandelen en 20% obligaties wilt inkopen? Moeten de aandelen bestaan uit Amerikaanse aandelen, Europese aandelen of aandelen van over de hele wereld? En hoe zit het met obligaties? Er zijn een heleboel fondsen die aandelen- en obligatie-indices repliceren uit elk land en elke sector. Welke moet je kiezen?

Nou, dat is uiteindelijk jouw beslissing, maar als je niet zeker weet welke aandelen- of obligatieproducten je moet kopen is het antwoord vrij eenvoudig: ga voor de meest gediversifieerde. Wat betreft aandelen en bedrijfsobligaties, zorg ervoor dat de indices die je kiest bedrijven uit verschillende regio’s en bedrijfstakken omvatten; Staatsobligaties moeten zowel naar land als naar looptijd gediversifieerd zijn.

De eenvoudigste en meest kostenefficiënte manier om de hoogste mate van diversificatie te bereiken, is door ETF’s te kopen die wereldindices kopiëren, zoals de MSCI World, die ongeveer 1.600 van ‘s werelds grootste bedrijven volgt.

Voordat je een ETF koopt

Oké, we zijn er bijna. Je hebt je producten uitgekozen en de indices gekozen waarin je wilt beleggen, dus je opent een rekening bij een broker en bladert door de aangeboden ETF’s om de ETF’s te vinden die ze volgen. Op dit punt kun je echter meer dan één fonds tegenkomen die dezelfde index weerspiegelt. Er zijn bijvoorbeeld minstens 12 ETF’s die de MSCI World volgen. Dus hoe kies je de beste? Je kunt je zoekactie optimaliseren door op een aantal kenmerken van het fonds te letten. Laten we ze eens bekijken.

Fondsomvang

Hoe groter het fonds, hoe kleiner de kans dat hij ‘naar de knoppen gaat.’ Een goede vuistregel is om de voorkeur te geven aan fondsen met meer dan € 100 miljoen aan beheerd vermogen. Grotere ETF’s profiteren van grotere schaalvoordelen, wat zich vertaalt in minder kosten voor jou. Bovendien worden grotere fondsen doorgaans meer verhandeld, zodat ze meer liquide zijn en jij ze tegen een lagere spread kunt kopen en sneller kunt verkopen. In een notendop: hoe groter, hoe beter.

Leeftijd van het fonds

Heel logisch: hoe langer het fonds bestaat, hoe meer je erop kunt vertrouwen. In feite helpt een langer trackrecord je om een ETF beter te evalueren. Pas op voor fondsen die minder dan een jaar oud zijn, aangezien ze een hoger risico lopen te worden geliquideerd.

Afdekken valutarisico

Als de ETF is aangekocht in een andere valuta dan in euro’s, dan loop je valutarisico. Dus stel dat je belegt in een wereld index ETF die voor 60% bestaat uit Amerikaanse aandelen, dan kan deze 60% -voordelig of nadelig- beïnvloed worden door de euro/dollar wisselkoers. Diverse onderzoeken tonen aan dat valutarisico weinig impact heeft op de lange termijn. Maar op de korte termijn kan het wel degelijk van invloed zijn op je beleggingen. Sommige fondsen dekken het valutarisico af en anderen niet. Let daarom altijd op het afdekkingsbeleid van het fonds om er zeker van te zijn dat je geen valutarisico loopt. De valuta waarin het fonds zelf wordt uitgedrukt heeft geen impact op het valutarisico.

Replicatiemethode

ETF’s kunnen de onderliggende index op verschillende manieren repliceren, de meest voorkomende zijn volledige replicatie, steekproeven en synthetische replicatie:

– Volledige replicatie: de ETF bezit alle effecten in de index voor dezelfde relatieve bedragen die door de index worden getoond. Indices met talrijke of illiquide aandelen kunnen moeilijker volledig gekopieerd worden.

– Sampling: de ETF bezit slechts een selectie van de belangrijkste en meest liquide effecten in de index. Sampling lost het bovenstaande probleem op en verlaagt de managementkosten, maar kan leiden tot grotere volgfouten.

– Synthetische replicatie: de ETF kopieert de index door gebruik te maken van een financieel derivaat (een swap). Synthetische replicatie wordt over het algemeen gebruikt om nichemarkten, grondstoffen of geldmarkten te volgen. Fondsen zoals deze hebben doorgaans een zeker tegenpartijrisico omdat ze niet de eigenaar zijn van de onderliggende effecten.
Samenvattend: de minder risicovolle methode is volledige replicatie, gevolgd door sampling en synthetische replicatie.

Distributiebeleid

ETF’s kunnen ofwel op regelmatige basis dividenden uitkeren of ze automatisch herbeleggen in het fonds. Hier hangt de keuze af van jouw doel: wil je een vast inkomen uit je kapitaal, ga dan voor het eerste, anders bespaart het tweede je tijd en transacties.

Vergoedingen

Als de rest gelijk is, moet je voor het goedkoopste fonds gaan. Dat kun je vinden door te kijken naar de Total Expense Ratio (TER), ook wel het Ongoing Charge Figure (OCF) genoemd. In het Nederlands heten dit vaak de lopende kosten. Dit is een benadering van de jaarlijkse kosten die de ETF zal maken, uitgedrukt als een percentage van jouw investering. Let wel op: de TER houdt alleen rekening met de kosten die door de ETF-manager in rekening worden gebracht, zonder belastingen of vergoedingen die door de broker in rekening worden gebracht. Met BUX kun je in ETF’s handelen zonder brokerkosten te betalen, wat een deel van de hoofdpijn wegneemt. Ontdek hoe.

Laatste aanbeveling voordat je op ‘kopen’ tikt: om er zeker van te zijn dat de ETF die je gaat kopen echt degene is die jij denkt dat het is – en niet een andere die dezelfde index repliceert met andere kosten etc, moet je altijd naar het ISIN-nummer kijken (een 12-nummerige code die op unieke wijze een beleggingsproduct identificeert) op internet en lees zorgvuldig de KIID, een document met alle informatie over het product dat de broker moet verstrekken.

Je portefeuille herbalanceren

Nadat je je portfolio hebt samengesteld, moet je deze wel een beetje blijven controleren. Als de ene belegging in de loop van de tijd meer in waarde groeit dan de andere, zullen hun relatieve gewichten veranderen, waardoor ze afwijken van jouw initiële asset allocatie en het risicoprofiel van je portefeuille veranderen.

In goede tijden hebben aandelen bijvoorbeeld de neiging om meer in waarde te groeien dan obligaties. Daarom zullen aandelen aan het einde van een bull-market-jaar waarschijnlijk oververtegenwoordigd zijn in je portefeuille, waardoor het risico toeneemt tot boven het niveau dat jij wilde bereiken met jouw risicoprofiel.

Dat wil je dus niet en al helemaal niet omdat, zoals eerder vermeld, je risicoprofiel steeds defensiever zal worden: naarmate je ouder wordt, wil je misschien wat verwacht rendement verhandelen voor wat gemoedsrust (d.w.z. jouw aandelenaandeel verkleinen om je aandeel in obligaties te vergroten).

Om deze twee problemen op te lossen, is het een goede gewoonte om je portefeuille een of twee keer per jaar te analyseren om te bepalen of de relatieve gewichten zijn gewijzigd, en deze indien nodig opnieuw in evenwicht te brengen om je nieuwe gewenste spreiding te bereiken.

Je kunt dit doen door ofwel meer van de ondervertegenwoordigde beleggingen in je portefeuille te kopen – en er dus nieuw kapitaal in te injecteren, ofwel door een deel van de oververtegenwoordigde beleggingen te verkopen om enkele van de andere te kopen. Houd er rekening mee dat je in het tweede geval vermogenswinstbelasting kunt betalen, afhankelijk van het land waar je woont.

Stel dat je bijvoorbeeld dertig jaar oud bent en begint te beleggen volgens de vuistregel van 100 jaar. Op het moment van beleggen kiest je voor 70% aandelen, 30% obligaties als spreiding. Na een jaar bekijk je jouw portefeuille en realiseer je je dat het aandelenpercentage is gegroeid tot 72% van de totale portefeuille, terwijl je nu liever een mix van 69% aandelen en 31% obligaties zou hebben (dit is je nieuwe gewenste verdeling). Om dit te bereiken, hoef je alleen maar 3% van de waarde van je portefeuille in aandelen te verkopen en obligaties met dat geld te kopen. Als alternatief kun je extra obligaties kopen om het aandelenaandeel tot het gewenste percentage te verwateren.

ETF-investeringsstrategieën

Met alles wat hierboven is gezegd, gaan we er steeds vanuit dat je de ETF’s koopt met als enige doel rendement behalen met een zo goed mogelijke beleggingsspreiding (oftewel, jaja, asset allocatie dus). We hebben met geen enkel woord gerept over het timen van de markt.

Dit focussen op spreiding staat bekend als een buy-and-hold-strategie, de eenvoudigste en meest effectieve om voor de lange termijn te investeren. Het is echter niet de enige die je kunt hebben. Beleggingsstrategieën kunnen worden onderverdeeld in 3 groepen: kopen en vasthouden, markttiming of een combinatie van beide. Laten we ze eens bekijken.

‘Buy and hold’-strategie

Zoals gezegd is dit de eenvoudigste en meest effectieve strategie op de lange termijn. Je maakt een onderverdeling in beleggingsproducten die jouw verwachte rendement maximaliseert op basis van het gekozen risiconiveau, je koopt de producten die daarvoor nodig zijn en je houdt jezelf eraan voor de hele duur van de investering, onafhankelijk van de ups en downs van de markten. Je verkoopt alleen bij herbalancering en om je belegging aan het einde te liquideren.

Deze passieve strategie is gebaseerd op de veronderstelling (op basis van historisch bewijs) dat de wereldwijde aandelenmarkten op de lange termijn de neiging hebben om te stijgen. Zoals een wijs man ooit zei: “Sinds Adam en Eva zijn de koersen altijd blijven stijgen.” De belangrijkste factoren die deze trend aansturen zijn de bevolkingsgroei waardoor de vraag naar goederen en diensten toeneemt en technologische innovatie, waardoor bedrijven productiever worden. Op de lange termijn heeft de combinatie van deze twee krachten de neiging om de bedrijfswinsten en waarderingen te verhogen.

Daarom zou je, als je deze aanname volgt, winst moeten maken als je lang genoeg een gediversifieerde aandelenportefeuille aanhoudt. Dit maakt kopen en vasthouden een effectieve strategie op de lange termijn, ook al garandeert het niet dat het zal werken in kortere perioden, waarbij het rendement aanzienlijk kan worden beïnvloed door snelbewegende koersen.

De resultaten zijn ook sterk afhankelijk van het effect van samengestelde rente: door dividenden van aandelen en rentebetalingen van obligaties in de portefeuille te herbeleggen, verhoog je je kapitaal periodiek, waarbij je elke keer hogere rente en dividenden binnenhaalt, in een positieve cyclus die de investering exponentieel laat groeien. Maar de techniek van samengestelde rente kost tijd en dat is nog een reden waarom buy-and-hold op de lange termijn effectiever is.

Er zijn twee manieren waarop je de buy-and-hold-strategie kunt implementeren. Je investeert ofwel een direct bedrag of je verdeelt aankopen over de tijd in kleinere periodieke termijnen – een methode die het middelen op basis van eenheidskosten wordt genoemd. Beide benaderingen hebben voor- en nadelen.

  • Direct bedrag (Forfaitaire benadering)

Als je direct een lekker bedrag tot je beschikking hebt, kun je besluiten om het allemaal in een keer te investeren. In theorie zou dit de beste aanpak zijn, omdat het je volledige kapitaal meer tijd geeft om te groeien en de samengestelde rente die je investering kan genereren, maximaliseert.

Aan de andere kant, stel je voor dat je dit doet op het puntje van een marktzeepbel. Als je portefeuille crasht en de koersen lange tijd niet meer herstellen kan dit emotioneel belastend zijn. Dat is de reden waarom je, zelfs als je in een keer grote knaken kán investeren, kan besluiten om de investering in de loop van de tijd steeds periodiek te doen en een deel van het potentiële rendement op te offeren voor wat meer gemoedsrust en liquiditeit.

  • Gemiddelde kosten per eenheid

Het middelen op basis van eenheidskosten werkt als volgt: je investeert volgens een vast schema (maandelijks of driemaandelijks) hetzelfde bedrag in dezelfde producten. Als de prijs van de portefeuille stijgt, koopt je er iets minder van, maar als het daalt, koopt je meer. Op deze manier verzamel je meer eenheden tegen lagere prijzen en minder tegen hogere prijzen, waarbij je de kosten van de investeringen gemiddeld maakt.

Deze methode minimaliseert het neerwaartse risico van je belegging en verlicht de zorgen wanneer de markten dalen. Wat emoties betreft is dit waarschijnlijk de beste aanpak: wanneer de prijzen stijgen, zal je blij zijn om je portefeuille te zien groeien, wanneer ze dalen, zie je het als een kans om de gemiddelde kosten van jouw investering te verlagen. Je kunt het middelen op basis van eenheidskosten implementeren op BUX door periodieke bankoverschrijvingen in te stellen vanuit je bank-app.

Zoals gezien is buy-and-hold in theorie een vrij eenvoudige strategie, maar het vereist veel wilskracht. Je zult je eraan moeten houden, wat er ook gebeurt op de aandelenmarkt, wat moeilijk kan blijken te zijn in tijden van grote onzekerheid. Als de prijzen snel stijgen boven de all-time highs, zul je in de verleiding komen om uit angst voor een dreigende ineenstorting te verkopen. Andersom, na een crash kun je de angst voelen om een goede kans te missen om meer te investeren. Een methode op basis van deze eenheidskosten kan dus helpen je discipline tijdens het hele beleggingsproces te behouden, maar dit kost je dan het potentiële rendement van een investering in één keer.

Markttiming

Markttiming omvat een breed scala aan strategieën die één ding gemeen hebben: de belegger probeert toekomstige prijsbewegingen te voorspellen en koopt of verkoopt dienovereenkomstig effecten.

Deze strategieën omvatten actieve investeringen en worden over het algemeen op korte termijn toegepast door regels vast te stellen die voorschrijven wanneer gekocht en verkocht moet worden volgens specifieke signalen, of deze nu technisch (gerelateerd aan prijsbewegingen) of fundamenteel zijn (wijst erop dat een actief mogelijk tijdelijk onder- of overgewaardeerd).

De talloze markttimingstrategieën die er zijn, zijn gebaseerd op de veronderstelling dat markten kunnen worden voorspeld op basis van gegevens uit het verleden, ook al verwerpt de financiële wetenschap deze hypothese en stelt dat de huidige prijzen in een efficiënte markt al alle informatie uit het verleden weerspiegelen, dus gegevens uit het verleden kunnen niets zeggen over de toekomst.

In werkelijkheid zijn markten natuurlijk niet altijd efficiënt, waardoor er ruimte is voor sommige van deze strategieën om af en toe op korte termijn te werken, aangezien sommigen tegenwoordig over zeer grondige algoritmen beschikken. Er zijn echter aanwijzingen dat ze in de meeste gevallen de buy-and-hold-strategieën op de lange termijn niet verslaan. Tenzij je een ervaren professionele belegger bent met geavanceerde tools om marktvoorspellingen te doen, zal je waarschijnlijk betere resultaten behalen door vast te houden aan een buy-and-hold-benadering.

De twee manieren combineren

Als je actief wilt beleggen zonder het risico te lopen teveel af te wijken van de resultaten die een passieve strategie kan opleveren, kun je kiezen voor een core-satellite-benadering, een combinatie van buy-and-hold en market-timing.

Deze methode bestaat erin de kern van je portefeuille (meestal ongeveer 80% ervan) te wijden aan een langetermijnstrategie voor kopen en vasthouden, terwijl je de rest (het satellietgedeelte) gebruikt om te proberen een hoger verwacht rendement na te jagen.

Het satellietgedeelte van zo’n portefeuille kan ook worden gebruikt om een grotere diversificatie te bereiken dan normaal mogelijk is, bijvoorbeeld door te beleggen in kleinere markten of nichesectoren met een hoog groeipotentieel maar een hoog risico.

Welke benadering je ook kiest, BUX biedt een selectie van ETF’s die geschikt zijn voor elke beleggingsstrategie, zodat jij ze zonder commissie kunt verhandelen. Bekijk ze hier.

ETC staat voor exchange traded commodity. ETC’s zijn effecten die op de beurs worden verhandeld. De waarde hiervan wordt gebaseerd op de prijs van een specifieke commodity. ETC’s volgen de prestaties van een specifieke commodity en zijn een handige manier waarop de commoditymarkten toegankelijk worden voor beleggers.

Wat is het verschil tussen ETF’s en ETC’s?

ETF’s zijn beleggingsfondsen die op de beurs worden verhandeld, net als aandelen. Ze volgen de prestaties van een specifieke index, sector of beleggingscategorie en kunnen aandelen, obligaties of andere effecten bevatten. Beleggers gebruiken ETF’s vaak om hun portfolio te spreiden of zich te richten op specifieke beleggingsthema’s of -strategieën.

ETC’s volgen daarentegen de prestaties van afzonderlijke commodity’s of mandjes met commodity’s. Denk aan edelmetalen, energiebronnen of landbouwproducten. Via BUX kun je beleggen in de ETC’s goud, zilver, platina en palladium. Mensen die in ETC’s beleggen, willen meestal profiteren van veranderingen in de prijzen van commodity’s.

Waarom zou je in ETC’s beleggen?

Door ETC’s toe te voegen aan je porfolio, kun je de spreiding vergroten over verschillende beleggingscategorieën. Er is een zwakkere correlatie tussen ETC’s en traditionele aandelen. Als je belegt in producten met een zwakkere correlatie met beleggingen in traditionele aandelen, levert dit je een beter gespreid portfolio op.

Bovendien volgen sommige ETC’s de prijzen van edelmetalen zoals goud en zilver. Die worden vaak beschouwd als een hedge tegen inflatie. Met ETC’s kun je je portfolio dus beter beschermen tegen de negatieve gevolgen van inflatie.

Waar je rekening mee moet houden als je een ETC gaat kiezen

  • Soort commodity: bepaal in welke soort commodity je wilt beleggen. Bij BUX kun je via ETC’s beleggen in goud, zilver, platina en palladium.
  • Manier van volgen: ga na of de manier van volgen van de ETC overeenkomt met jouw doelen als belegger. Fysieke ETC’s houden fysieke commodity’s aan; synethische ETC’s maken gebruik van financiële derivaten om de prijs van de onderliggende commodity te volgen. Voorlopig vind je bij BUX alleen commodity’s met een fysiek onderpand.
  • Volatiliteit: de prijzen van commodity’s zijn doorgaans volatieler dan andere beleggingscategorieën. Dat maakt deze beleggingen riskanter dan andere. De prijzen van edelmetalen, industriële metalen en andere commodity’s zijn over het algemeen volatieler dan de prijzen van andere beleggingscategorieën. Hoe minder liquide een commodity of edelmetaal is, des te groter de mogelijke volatiliteit.

Onze ETC’s

  • Xetra-Gold ETC
  • Invesco Physical Gold ETC
  • Xtrackers Physical Gold ETC
  • WisdomTree Physical Silver ETC
  • Xtrackers Physical Silver ETC
  • WisdomTree Physical Platinum ETC
  • WisdomTree Physical Palladium ETC
Ageing Population ETF (iShares)
IE00BYZK4669
All Country World Index (Xtrackers)
IE00BGHQ0G80
All World Developed Equity Markets ETF (iShares)
IE00BZ0PKT83
All World Dividend ETF (Vanguard)
IE00B8GKDB10
All World Emerging Markets ETF (iShares)
IE00BKM4GZ66
All World FTSE ETF (Vanguard)
IE00B3RBWM25
All World Index ETF (Lyxor)
LU1781541179
All World Minimum Volatility ETF (iShares)
IE00B8FHGS14
All World MSCI Core ETF (iShares)
IE00B4L5Y983
All World MSCI ETF (iShares)
IE00B0M62Q58
All World Socially Responsible ETF (Lyxor)
LU1792117779
Artificial Intelligence ETF (L&G)
IE00BK5BCD43
Asia Pacific (Excl. Japan) ETF (iShares)
IE00B52MJY50
Asia Pacific (Excl. Japan) ETF (Vanguard)
IE00B9F5YL18
Asia Pacific Socially Responsible ETF (UBS)
LU0629460832
Australia Index ETF (iShares)
IE00B5377D42
Automation & Robotics ETF (iShares)
IE00BYZK4552
Canada Index ETF (iShares)
IE00B52SF786
Canadian Stocks ETF (Xtrackers)
LU0476289540
Chinese Stocks ETF (Lyxor)
FR0011720911
Cybersecurity and Data Privacy ETF (Rize)
IE00BJXRZJ40
Cybersecurity ETF (L&G)
IE00BYPLS672
Developed Markets Dividend ETF (VanEck)
NL0011683594
Developed Markets Value Companies ETF (iShares)
IE00BP3QZB59
Digitalisation ETF (iShares)
IE00BYZK4883
Dow Jones Top 30 Industrial Index ETF (Lyxor)
FR0007056841
Ecommerce Logistics ETF (L&G)
IE00BF0M6N54
Education Tech and Digital Learning ETF (Rize)
IE00BLRPQJ54
Emerging Markets All World ETF (iShares)
IE00B0M63177
Emerging Markets Asia Pacific (Excl. Japan) ETF (i
IE00B0M63730
Emerging Markets Eastern Europe ETF (iShares)
IE00B0M63953
Emerging Markets Socially Responsible ETF (iShares
IE00BYVJRP78
Environmental Impact ETF (Rize)
IE00BLRPRR04
EU Dividend ETF (iShares)
IE00B0M62S72
EU Top 50 Index ETF (iShares)
DE0005933956
EU Top 600 Index ETF (iShares)
DE0002635307
EUR Corporate Bonds ETF (Lyxor)
LU1829219127
EUR Government Bonds ETF (VanEck)
NL0009690254
Europe Banking Sector ETF (iShares)
DE000A0F5UJ7
Europe Dividend ETF (SPDR)
IE00B5M1WJ87
Europe Financials ETF (SPDR)
IE00BKWQ0G16
Europe Health Care Sector ETF (iShares)
DE000A0Q4R36
Europe Industrial Goods & Services Sector ETF (iSh
DE000A0H08J9
Europe Insurance Sector ETF (iShares)
DE000A0H08K7
Europe Momentum Factor ETF (iShares)
IE00BQN1K786
Europe Quality Factor ETF (iShares)
IE00BQN1K562
Europe Small Cap Stocks (SPDR)
IE00BKWQ0M75
Europe Socially Responsible ETF (Lyxor)
LU1940199711
Europe Stoxx 50 Index ETF (iShares)
IE0008471009
Europe Telecom Sector ETF (iShares)
DE000A0H08R2
Europe Utilities Sector ETF (iShares)
DE000A0Q4R02
European Equal Weight ETF (VanEck)
NL0010731816
European Real Estate Dividend ETF (iShares)
IE00B0M63284
Eurozone Bonds ETF (Lyxor)
LU1287023342
France 40 Index ETF (Lyxor)
FR0007052782
Germany DAX 40 Index ETF (iShares)
DE0005933931
Germany MDAX 50 Index ETF (iShares)
DE0005933923
Global Clean Energy ETF (iShares)
IE00B1XNHC34
Global Financial Sector ETF (Xtrackers)
IE00BM67HL84
Global Gender Equality ETF (Lyxor)
LU1691909508
Global Information Technology Sector ETF (Xtracker
IE00BM67HT60
Global Infrastucture Index ETF (iShares)
IE00B1FZS467
Global Materials Sector ETF (Xtrackers)
IE00BM67HS53
Global Neutral Quality ETF (iShares)
IE00BP3QZ601
Global Real Estate ETF (VanEck)
NL0009690239
Global Utilities Sector ETF (Xtrackers)
IE00BM67HQ30
Global Water Index ETF (iShares)
IE00B1TXK627
Healthcare Innovation ETF (iShares)
IE00BYZK4776
Italy 40 Index ETF (Lyxor)
FR0010010827
Japan Socially Responsible ETF (iShares)
IE00BYX8XC17
Japan Socially Responsible ETF (UBS)
LU1230561679
Japanese Stocks ETF (Lyxor)
LU1781541252
Korea Index ETF (iShares)
IE00B0M63391
Morningstar US Market Index ETF (VanEck)
IE00BQQP9H09
Multi-Asset Balanced ETF (VanEck)
NL0009272772
Nasdaq 100 Index ETF (iShares)
DE000A0F5UF5
Netherlands 25 Index ETF (VanEck)
NL0009272749
Netherlands AMX Index ETF (VanEck)
NL0009272756
New Energy ETF (Lyxor)
FR0010524777
Nikkei 225 Index ETF (Xtrackers)
LU0839027447
North America Equal Weight ETF (VanEck)
NL0011376074
Russell 2000 Index ETF (SPDR)
IE00BJ38QD84
S&P 500 Index ETF (Vanguard)
IE00B3XXRP09
S&P 500 Minimum Volatility ETF (iShares)
IE00B6SPMN59
Spain 35 Index ETF (Lyxor)
FR0010251744
Sustainable Future of Food ETF (Rize)
IE00BLRPQH31
Sustainable World Equal Weight ETF (VanEck)
NL0010408704
Swiss 20 Index ETF (Xtrackers)
LU0274221281
Taiwan Index ETF (iShares)
IE00B0M63623
UK FTSE 100 Index ETF (Xtrackers)
LU0292097234
US Bonds (1-3Y) ETF (Lyxor)
LU1407887162
US Communications Sector ETF (SPDR)
IE00BFWFPX50
US Consumer Discretionary Sector ETF (SPDR)
IE00BWBXM278
US Consumer Staples Sector ETF (SPDR)
IE00BWBXM385
US Financial Sector ETF (SPDR)
IE00BWBXM500
US Health Care Sector ETF (SPDR)
IE00BWBXM617
US Industrial Sector ETF (SPDR)
IE00BWBXM724
US Materials Sector ETF (SPDR)
IE00BWBXM831
US Mid Cap 400 Index ETF (SPDR)
IE00B4YBJ215
US Small Cap 2000 Index ETF (L&G)
IE00B3CNHJ55
US Socially Responsible ETF (iShares)
IE00BYVJRR92
US Technology Sector ETF (SPDR)
IE00BWBXM948
US Utilities Sector ETF (SPDR)
IE00BWBXMB69
USA Socially Responsible ETF (Lyxor)
LU1792117696
USA Socially Responsible ETF (UBS)
LU0629460089
USD Inflation-Linked Bonds ETF (Lyxor)
LU1452600270
Video Gaming And Esports ETF (VanEck)
IE00BYWQWR46
Water ETF (Lyxor)
FR0010527275

Laden